Zit er gif in jouw wijn? Zo simpel ligt het niet
Door Artisan Wines op 27-01-2022
© Artisan Wines
Recent verscheen in zowel het Dagblad Trouw als het Reformatorisch Dagblad (RD) een artikel van Jelle Brandsma waarin wordt gerefereerd aan de advertentie van de in Spanje gevestigde Nederlandse wijnmaker Derrick Neleman: “Zit er gif in jouw wijn?”.
Vanuit onze expertise als importeur van ambachtelijke en biologische wijnen delen wij graag onze eigen ervaring en voegen wij enige nuancering en wat extra context toe aan het artikel van Brandsma.
Wijnmarkt
Vooropgesteld: de wijnmarkt voor de consument is zeer ondoorzichtig. Afgezien van het feit dat er verschil is in type en omvang van wijnbedrijf (coöperatie, negociant of zelfstandige wijnboer) zijn er verschillende filosofieën in de wijnbouw te onderscheiden. Deze zijn, al dan niet gecertificeerd, zoals: conventioneel, lutte raisonée (duurzame wijnbouw met gebruik van het gezonde verstand), biologisch, bio-dynamisch en vin naturel (natuurwijn).
Omdat de diversiteit in het aanbod van wijn zo groot is, is het voor de consument heel lastig om te bepalen wat goed en wat minder goed is. Dit geldt niet alleen het duurzaam- en gezondheidsaspect, maar ook het kwaliteitsaspect. Te meer, daar Nederland van origine geen wijncultuur kent en de kennis over wijn onder de consument daarom beperkt is. Dit wordt ook door Neleman geconstateerd.
Misleidend
De stelling van Neleman dat niet-biologische wijnen restanten kunnen bevatten van chemische bestrijdingsmiddelen klinkt voor veel wijnhandelaren wat goedkoop, ongenuanceerd en wellicht zelfs misleidend. Toegegeven, het is inderdaad minder zwart- wit dan Neleman doet vermoeden, maar in de kern heeft Neleman ons inziens wel degelijk een punt.
Nuance ontbreekt bij Neleman
Uit de gesprekken die wij hebben gevoerd met meerdere wijnboeren in Duitsland, Frankrijk en Italië blijkt dat hun motief om al dan niet biologisch te werken en te certificeren verschillend is. In sommige gebieden kan het bijvoorbeeld lastiger zijn om biologisch te werken dan elders. Dit kan te maken hebben met het (micro)klimaat (mate van luchtvochtigheid) in een regio of zelfs in een wijngaard, de intensiteit van de wijnbouw in een dorp of regio (wel of geen afwisseling met bossen) en met verkaveling (de impact van je buurman).
Wat in elk geval opvalt is dat wijnboeren die streven naar een kwaliteitswijn conventionele wijnbouw op voorhand uitsluiten. Echter, omdat biologische c.q. duurzame wijnbouw geen garantie is voor kwaliteit – vaak wel een voorwaarde - hechten sommige wijnboeren minder waarde aan het certificaat.
Koper in de wijngaard
Als een wijnboer er, om welke reden dan ook, voor kiest om chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken, dan is het heel bepalend in welke mate en op welk moment van het groeiseizoen hij/zij dat doet. Des te later in het seizoen, des te groter de kans op restanten van chemische middelen in de wijn. Ook is het ene bestrijdingsmiddel meer of minder (biologisch) afbreekbaar. Hierin ontbreekt de nuancering bij Neleman. Er zijn wijnboeren die vroeg in het groeiseizoen in zeer geringe mate chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken en bovendien principes uit de biologische en bio-dynamische wijnbouw toepassen. De producten van deze boeren mag je ons inziens niet over één kam scheren met conventionele wijnen. Bovendien zijn er biologische wijnboeren die koper als bestrijdingsmiddel inzetten, terwijl duurzame wijnboeren (lutte raisonéee) deze middelen bij voorkeur zoveel mogelijk mijden. Kortom, de grenzen tussen biologisch en niet-biologisch zijn niet altijd helder.
Hygiëne in de wijnkelder
Wat in het artikel van Brandsma verder ontbreekt is dat een slechte hygiëne in de wijnkelder ook een negatieve impact heeft op de wijn. Allereerst ten aanzien van de kwaliteit, maar in geringe mate ook ten aanzien van de gezondheid. Door slechte bacteriën (schimmels, zoals brettanomyces) kunnen er tijdens het vinificatieproces ongewenste stoffen en aroma’s ontstaan in de wijn, waarvoor met name natuurwijnen kwetsbaar zijn. In dat opzicht is de ophef over de advertentie van Neleman bij de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren (KNVW) begrijpelijk.
Onbalans bij conventionele wijnen
Anderzijds, als Neleman de plank volledig misslaat, waarom dan zoveel ophef? De ontstane opschudding bewijst misschien wel des te meer dat Neleman een punt heeft. Onmiskenbaar staat vast dat een groot deel van de wijnen die op de markt komen op conventionele wijze worden gemaakt en dús resten van chemische bestrijdingsmiddelen kunnen bevatten.
Dat het gebruik van pesticiden en insecticiden schadelijk is voor zowel mens als milieu behoeft ook geen uitgebreid betoog. Menig wijnboer wordt er ziek van en door overmatig gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen worden levende micro-organismen in de wijngaard gedood . Chemische bestrijdingsmiddelen zorgen dus onvermijdelijk voor een verarmde microflora- en fauna.
Opvallend is verder het gebruik van kunstmest bij conventionele wijnbouw dat zowel chemische stoffen als stikstof bevat. Niet alleen de wijnplanten krijgen daardoor een (te) heftige boost, ook de ongewenste gewassen en schimmels profiteren ervan. Op een later moment moeten dan weer chemische middelen ingezet worden om de groei ervan af te remmen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt bovendien dat bij biologische en bio-dynamische wijnbouw de balans in stikstof veel beter is, evenals de vitaliteit van bodem en wijnstok. Dit is niet alleen beter voor het milieu, maar ook voor de kwaliteit van de wijnen.
Een ander probleem bij conventionele wijnen zijn de overmatige hoeveelheden sulfiet (antioxidant) die tijdens de vinificatie en botteling worden toegevoegd. Sulfieten kunnen zeer vervelende bijwerkingen geven, zoals benauwdheid bij astmatische patiënten. Wie echter gezond en kwalitatief goed druivenmateriaal gebruikt in de wijnkelder, hoeft bij de vinificatie slechts minimaal of helemaal geen sulfiet toe te voegen. Goed vakmanschap in de wijngaard vergt sowieso minder techniek en interventie in de kelder. Geen gerommel in de wijngaard betekent veelal ook geen gekunstel in de kelder. Een ‘goede’ biologische (natuur)wijn is daarom pure ambacht en in kwaliteit onmogelijk te evenaren door conventionele wijnen.
Rendement bij conventionele wijnen
Als chemische bestrijdingsmiddelen dan zo slecht zijn voor mens en milieu, waarom stappen dan niet meer wijnboeren over naar biologische, bio-dynamische of op z’n minst duurzame wijnbouw? Wel, dat heeft alles te maken met de industrialisatie van de wijnbouw die in de jaren ’70 tot -90 van de vorige eeuw haar intrede deed en nog altijd van invloed is. Vanaf dat moment verschoof de aandacht in de wijnbouw steeds meer naar efficiency, mechanisatie en optimaal rendement. Om de rendementen te vergroten en de risico’s op ziekten zoveel mogelijk uit te bannen werd in die jaren vrijwel volop gekozen voor chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Wijnboeren die in de jaren ’70- tot 90 kozen voor biologische of bio-dynamische wijnbouw werden niet zelden als terroristen in de wijngaard gezien…
Wijnschandaal
Het streven naar rendement, dus zeer hoge opbrengsten per wijnstok, zorgt ervoor dat veel wijnen onrijpe zuren in zich hebben en te weinig suikers. Om die reden worden suikers toegevoegd (chaptalisatie), maar in het verleden ook de chemische stof ‘glykol’, zoals duidelijk werd bij het Oostenrijkse wijnschandaal in 1985. Dit schandaal is weliswaar verleden tijd, maar het toont wel aan dat er in de wijnbouw veel kan worden gemanipuleerd. En dat gebeurt in meer of mindere mate nog steeds. Juist bij commerciële wijnen die nog altijd het grootste marktaandeel bestrijken. Denk daarbij aan gekweekte gisten, houtsnippers, overdadige houtrijping, teveel extract en overmatige toevoeging van sulfieten. En zolang een groot deel van de consumenten niet bereid is zich te verdiepen in authentieke (biologische) kwaliteitswijnen, sluiten wij niet uit dat de wijnsector ook in de toekomst wijnen blijft produceren, waarin chemische stoffen of andere vormen van manipulatie zijn aan te treffen…..
© Artisan Wines